woensdag 28 oktober 2009

en we zijn in...


Inderdaad, na een "rustige" busrit van goed 9 uur, zijn we er veilig en wel geraakt.
We hadden voor een minder toeristische grens gekozen, namelijk Macara en daar ging het er heel relax aan toe. We mogen nu 90 dagen in Peru blijven, joehoe!

Vandaag rijden we door naar Chiclayo. Daar liggen naar´t schijnt nog geweldig veel tempels te ontdekken. We zullen er zeker er een aantal bezoeken!

donderdag 22 oktober 2009

fotootjes

Na veel proberen en lang sukkelen, hier wat fotoootjes.


Gayasamin - voor de Spaanssprekenden onder ons

Quilotoa - loop (vulkaankrater)



als bewijs: we leven nog steeds samen en gelukkig ;)



doen ze het of doen ze het niet?

naar de Galapagos wel te verstaan

met de rest hebben jullie geen zaken ;)

donderdag 15 oktober 2009

met de jeep door de jungle...

(Wat Samson en Gert niet wisten, is dat je onmogelijk met een jeep door de jungle kunt!Onmogelijk, zeg ik u)

We hebben er net een paar dagen jungle op zitten en dat merk je aan:
- de stoelgang
- het aantal muggenbeten
- de goesting om eens gewoon rijst met kip te eten
- onze lijfgeur

gelukkig zijn we nu in de bewoonde wereld en kunnen we aan bovenstaande punten werken :)

De ouders van Lorena zijn geweldig. De vader vertelt alsof het zijn laatste dagen zijn,geneest mensen,wordt zelf genezen door de sjamaan, (beiden meegemaakt) gelooft in geesten en heeft bijna geen tanden meer (beiden gezien). De moeder vond het niet leuk dat ik alleen met de kaarten speelde,maar toen ik het haar uitlegde hoe het spel verliep,viel ze in slaap.
( ´t lag echt niet aan mij hoor!)

De ouders wonen in Rukkulakta,een indianendorp dichtbij Tena. Rond het huis is jungle,in de straat is jungle en in het huis is ook junlge. De mensen daar leven van wat de junlge voortbrengt en neen dat is niet altijd lekker,integendeel.

Zondag trokken we jungle in. Ze hebben hier 2 junlges, de bewoonde(waar de dorpen zijn) en de onbewoonde(waar we naartoe gingen). Midden in de onbewoonde jungle wonen er ook mensen maar die wonen te ver en daar raak je heel moeilijk bij (tenzij je van national geografic bent, denk ik)
Daniel lachte met onze schoenen,thans degelijke stapschoenen maar dat draag je niet in de junlge. Nieje, bottinen dat moet je dragen,liefst gele zeemansbottinen. Geen mop,die zijn goed tegen de slangen,muggen,modder en nog veel meer.
Na een zware staptocht (en neen het was niet alleen zwaar voor mij) kwamen we aan een rivier aan.
Daar gingen we slapen. Spannend! Er werd een zeil opgehangen,bananenbladeren op de grond gelegd,vuurtje gemaakt en onzes slaapplaats was klaar!
Eerst onze kleren wassen,onszelf wassen,gebeten worden door beestjes(je moest het bloedspoor maar volgen),wat zwemmen, vissen (met kaas), in een houten kanovaren,...en dan bekomen onderonszeil. Gelukkig viel het daar mee van de insecten,ik vermoed door de rook waar we inlagen.

De echte vissers gingen vissen voor ons ( Koen had beet maar de vis ging ervan door met lijn en haak)en ze doen dat met een net dat rond is en dat ze in het water werpen en dan samentrekken. Moeilijk!

Tegen 22 uur kregen we vis,op te eten met huid en haar ;)
Nadien was het bedtijd... probeer maar eens te slapen met de gedachte aan slangen,spinnen,apen,...
Na een veel te korte nachtrust gingen we terug naar de bewoonde jungle. Afzien,ik heb spieren ontdekt die nu nog stijf zijn. We bezochten een traditioneel huis,aten het hart van de palmboom op( het enige lekkere die dagen)en stapten(ik strompelde) naar het huis van de ouders van Lorena. (waar de vader al klaar stond met nog meer verhalen)
´savonds trad de familie op voor ons. In traditionele kleren met dans,zang en muziek. Geweldig!!!

(het vervolg vertel ik wel want nu staan er 3 hongerige kerels naast mij...)

woensdag 7 oktober 2009

Baños

oftewellos toilettos.

Wegens kwaaltjes (Tom is gebeten door een haai en ik door de hoogte) veranderden we onze plannen (normaal Quilotoa loop: een vijfdaagse trektocht op de flanken van de cotopaxi langs allerlei schone dorpjes en door een geweldig schone streek) en reden we door naar Baños.

Baños is bekend geworden doordat er hier een vulkaan eind de jaren 90 en begin 2000 keiactief was, met gasdampen en alles erop en eraan. Het dorp is volledig ontruimd geweest maar de vulkaan is op die 4 jaar tijd nooit tot uitbarsting gekomen. Nu kan je hier baden in vulkanisch water, wat we dan ook morgen gaan doen.
Vandaag rondgereden met een buggie. Neen niet ter voorbereiding van kinderen, geen paniek mama´s, het is zo´n open autootjes.

Eind deze week trekken we de jungle in. De broer van Lorena is daar opgegroeid en we gaan de familie bezoeken (indianenmuziekgroep) en dan...

boys boys boys...

na walvissen hebben gezien was het tijd voor wat echte actie van de boys: surfen.

Inderdaad: we reden door naar Montanita, een surfdorpje op de ruta del sol, ongeveer een uurtje naar het zuiden van Peurto Lopez. Neem surfdorp maar heel letterlijk: voor het eerst zien we blote benen, surfplanken bij de vleet, strooien dakjes, blote voeten, enkel zand in de straten, jongens met teensletsen, marcellekes (den Koen natuurlijk) en nog meer van die dingen.
Allemaal op't gemakje daar in Motanita.

De jongens namen een uurtje les bij Ernesto of Eduardo, de juiste naam ontglipt ons even. Na een uur in het zand gepeddeld te hebben, op denkbeeldige surfplanken gesprongen te hebben en nog meer van die hilarische dingen, peddelden ze al direct de zee in, sprongen (en vielen) op (van) hun surfplanken.

Cool man ;)

Nadien een jugo dringen, poolen in ons stamcafe en eten in ons stamrestaurantje: Ge zijt ne surfdude of ge zijt het niet he

Na een paar dagen surfen bleven de letsels niet uit: het blijven jongens he. Afgeschuurde navels en tepels,...

Cool man ;)

vrijdag 2 oktober 2009

walvissen zien en sterven

ahoi landrotten

uit het dagboek van een zeerat

datum: een dinsdag
plaats: Peurto Lopez
aan boord: blauwe vissersboot, met een wc, limoenen en een handvol toeristen, kapitein Wiston Churchill (geen mopje) en 2 handlangers
doel: walvissen spotten
Uur: half negen ´s morgens ( na 11 uur op een bus gezeten te hebben, om half 6 ´morgens toekomen in dit dorp, de haven bezoeken, dit bezoek vastleggen, ontbijten en vertrekken... het leven is aan de rappen)
Zee: niet echt rimpelloos ( Pacific Ocean)

Vlug kruipen we in de boot waar een bende toeristen op ons wachten: Ecuadorianen, een Pool en een praatzieke Deense. We krijgen eerst wat uitleg over eht feit dat het even kan duren vooraleer we walvissen zien maar he, dat de spirit belangrijker is dan geld ( en dat uit een mond van een kapitein die aan de Pool 20 dollar vroeg, aan de Deense 25 en wij voor 10 dollar meemochten, het leven is aan de durvers...)
Op en neer gaan we richting open oceaan. Plots een versnelling: de handlangers dachten iets gzien te hebben. Helaas vals alarm. Maar het heeft zijn effect niet gemist, iedereen kijkt naar het water en ziet ook enkel water. Op het puntje van onze bank zitten we te kijken en te staren ( al moet ik zeggen dat ik toen al iets zocht dat niet bewoog op het ritme van het water, wat in open oceaan heel moeilijk is)
Na 2 uur varen alweer een versnelling en we zien het: een staart van een walvis (of was het nu eerst de rug, dat weet ik niet meer) Iedereen kirt: ooh
Ondertussen zitten Tom en ik elk aan de andere kant van de boot naar beneden te kijken en laten we iets achter in de Oceaan (meerdere malen) Liefde is...

Na nog eens een uur zoeken en kirren zien we echt ongelooflijke dingen. (en dan heb ik het niet over mijn maaginhoud) Walvissen in groep, walvissen die een showke verkopen (salto's maken), salueren naar ons, of dat denken/hopen we toch, walvissen die onder de boot zwemmen, water omhoog spuwen,... Als een echte National Geografic Reporter keek ik ernaar en genoot ervan (toch wel ja)

Maar liefste dagobek: Galapagos is 5 dagen op een boot en ik weet niet wat mijn maag daar van vindt.

De ietswat minder stoere zeerat